De wet Zorg & Dwang in de praktijk
Hoe kun je een veilige situatie creëren in combinatie met een ontspannen leef- (én werk-!) omgeving?
De wet Zorg en Dwang is erop gericht om dwang te voorkomen. Een veilige en controleerbare woonomgeving kan een bewoner ook (het gevoel van) vrijheid, ontspanning en veiligheid bieden. Uit ervaring blijkt dat de vrijheden en de veiligheid van bewoners twee zaken zijn die tegen elkaar worden afgewogen. Het gebouw en het interieur kan en moet gunstige voorwaarden scheppen voor een veilige, ontspannen en ongedwongen manier van leven voor bewoners. Dit wordt bereikt door allereerst de bewoners te kennen, de gecontroleerde leefomgeving van een bewoner zo aantrekkelijk mogelijk te maken en waar mogelijk deze leefomgeving zo groot mogelijk te maken.
BEWONERS (HER-)KENNEN
Het kennen van bewoners is een essentieel onderdeel in het voorkomen van dwang. Door bewoners te kennen zijn risicovolle situaties snel in te schatten en weet men hoe een bewoner benaderd wil en kan worden zodat zorgweigering geminimaliseerd wordt.
“Meneer Jansen kan best even naar buiten want die haalt alleen een frisse neus, maar mevrouw de Vries weet de ingang nooit meer te vinden dus daar moet ik meteen achteraan.”
Verder is gezichtsherkenning door een verzorger, gastheer of gastvrouw de eerste barrière voor bewoners als zij bij de deur van een afdeling of het gebouw komen. Lees meer hierover in het artikel 'Een gastvrije ontvangst'
EEN PRETTIG VERBLIJF
Voor elke bewoner moet er in de woning, in de huiskamer, op de afdeling of in het gebouw aanleiding zijn om er prettig te verblijven en moeten deze plekken voorzien in (zeer diverse) behoeftes zoals beweging, nieuwsgierigheid en contact. In de gebouwde omgeving betekent dit dat er een diversiteit aan plekken moet worden gecreëerd met verschillende mate van beschutting of openheid en hoeveelheid prikkels. Hiermee streef je er naar in zoveel mogelijk behoeftes van de bewoners te voorzien in een gecontroleerde omgeving.
GECONTROLEERDE OMGEVING
Deze gecontroleerde omgeving kan geoptimaliseerd worden door toezicht te houden op in- en uitgangen van het gebouw of afdelingen, koken met het gezicht naar de bewoners toe en de woningen van bewoners vrij te spelen van risicovolle spullen zoals medicijnen zodat daar bijvoorbeeld geen kastjes op slot hoeven.
Wanneer een bewoner toch weg wilt uit de gecontroleerde omgeving moet daar de mogelijkheid toe zijn. Dit kan bijvoorbeeld betekenen dat de balustrades op een balkon extra hoog en breed worden gemaakt (bijvoorbeeld met plantenbakken) zodat een balkon veilig te betreden is. Het betekent dat er een veilige, lusvormige wandelroute in een tuin moet zijn waar geen giftige planten groeien. Het betekent ook dat een bewoner niet binnen een paar stappen vanuit de lift bij de voordeur is, maar altijd langs een gastheer of gastvrouw komt die de bewoner (van gezicht) kent. Het kan ook betekenen dat een trap wordt afgeschermd, maar ook wordt voorzien van een trappaal zodat het voor een bewoner met hulpmiddelen onmogelijk wordt het trappenhuis in te rijden wanneer deze toch bij de trap uitkomt. Bewoners die wel goed ter been zijn kunnen veilig gebruik maken van de trap als hun nieuwsgierigheid ze toch tot in het trappenhuis heeft gebracht.
Een veilige, gecontroleerde leefomgeving en veiligheidsmaatregelen buiten die leefomgeving maken dat verzorgers bij individuele gevallen de teugels kunnen laten vieren en bewoners hun leven (gevoelsmatig) ongedwongen kunnen leven.
Meer lezen over de wet Zorg & Dwang kan door hier te klikken.