De Wet Zorg en Dwang
Wat houdt de wet precies in? Hoe kun je in de praktijk goed voorbereid zijn op de nieuwe regelgeving? Hoe kun je een veilige situatie creëren in combinatie met een ontspannen leef- (én werk-!) omgeving?
De Wet Zorg en Dwang is op 1 januari 2020 ingegaan. Het uitgangspunt van de nieuwe wet is ‘Nee, tenzij’. Dat betekent dat vrijheidsbeperking of onvrijwillige zorg in principe bij niemand mag worden toegepast, tenzij je duidelijk omschrijft waarom het in een specifiek geval wél nodig is.
In de praktijk komt de Wet Zorg en Dwang er dus op neer, dat er voor iedere cliënt in een zorginstelling een zorgplan moet worden opgesteld. Het uitgangspunt in het zorgplan is, dat in principe alle onvrijwillige zorg wordt voorkomen, tenzij dat echt nodig is.
Als er bij een bewoner wordt afgeweken, en beslist wordt dat het nodig is om onvrijwillige zorg toe te passen, moeten de redenen hiervoor goed worden omschreven. Dit moet worden onderbouwd door een zorgverantwoordelijke (ter zake kundige arts), en evt. aangevuld met externe deskundigen (bijv. psychiater, specialist Ouderengeneeskunde, GZ-psycholoog).
Het zorgplan moet steeds worden getoetst: is de situatie veranderd? Kun je de beperking van vrijheid van de bewoner terugschroeven, of is er juist meer controle nodig?
De wet geldt alleen voor mensen die betaald worden voor de zorg die zij bieden. Dus niet voor mantelzorgers, wél voor thuishulpen.
Dit komt dus, heel kort door de bocht gezegd, neer op:
- Zorgvuldig rapporteren en overleggen; verantwoording afleggen aan familie;
- In principe: uitgaan van de vrijheid van bewoners, wat mogelijk consequenties heeft voor de inrichting van het woongebouw;
- Maar bovendien: als zorginstelling of verzorgingshuis een basishouding vaststellen ten aanzien van het welbevinden van de bewoners.
Wat versta je dan onder onvrijwillige zorg?
- Zorg waartegen iemand zich verzet - dit kan te maken hebben met gedwongen toedienen van voedsel, medicijnen etc.
- Beperking van bewegingsvrijheid - hier hebben we als ontwerpers van zorgomgevingen vooral mee te maken. In principe mag niemand 'opgesloten' worden, tenzij het gevaarlijk is voor hem/haarzelf of de omgeving ('ernstig nadeel').
- Maar ook 'toezicht (inclusief domotica)' wordt genoemd in het lijstje onvrijwillige zorg.
OPEN DEUREN
Voor wat betreft de inrichting van wooncomplexen voor ouderen met dementie, vormt 'het fysiek opgesloten worden' het belangrijkste onderdeel van de Wet Zorg en Dwang. Zoals we al eerder in artikelen op deze website schreven (bijvoorbeeld: 'Het einde van de gang'), kan een gesloten deur voor veel onrust en frustratie zorgen.
Vrij rond kunnen lopen en deuren opendoen in je woonomgeving is een intuïtieve vanzelfsprekendheid. Voor ouderen die willen wandelen, is het heel gunstig om bewegingsruimte te krijgen: het vermindert onrust, en het is bewezen dat beweging een gunstig effect heeft op de hersenen.
VANZELFSPREKENDHEID
Vanzelfsprekendheid is altijd het meest ontspannen. De wet Zorg en Dwang is erop gericht om dwang te voorkomen, maar als je het omdraait kun je ook zeggen: hoeveel vrijheid heeft een bewoner nodig om zich ontspannen, veilig en gerespecteerd te voelen?
Met dit uitgangspunt draait het niet om problemen, maar om het welbevinden van bewoners. En de crux zit 'm in: voor ieder mens, voor iedere bewoner van een verzorgingshuis kan dat verschillend zijn.
Voorop staat, dat het principe van vrijheid (en dwang) gaat over menselijke verhoudingen. Over hoe je omgaat met elkaar. Dus de zorginstelling en de mensen die verzorgen, zijn het belangrijkst voor de bewoners en hun familie.
Een gebouw, en hoe dat is vormgegeven, of technische oplossingen zoals Domotica, zijn daaraan altijd ondergeschikt. We kunnen niet met technische ingrepen een situatie 'beheersen' als die niet uitgaat van een menselijke zienswijze.
Het uitgangspunt van alle oplossingen voor situaties die we hierna zullen beschrijven, is het creëren van een sfeer die vertrouwd is voor bewoners. Vanzelfsprekendheid vormt de basis voor een ontspannen ervaring van je omgeving.
PASSIEVE STIMULERING
Wat we wél kunnen doen in woongebouwen, is een sfeer creëren die negatieve prikkels zoveel mogelijk vermijdt. Die mensen een omgeving biedt die logisch is, en niet frustrerend. Die genoeg aanleiding geeft om te voorzien in je behoeftes (aan beweging, contact, nieuwsgierigheid, afleiding, informatie...). Dan ga je uit van vormgeving die niet bedoeld is om te beperken, maar die op een passieve en ontspannen manier stimuleert.
ZO MIN MOGELIJK STRESS
We beginnen met het uitgangspunt dat de verzorgenden alle bewoners van hun afdeling goed kennen, en weten waar iemand wel of geen behoefte aan heeft. Niet iedere bewoner wil rondwandelen; niet iedere bewoner wil het huis uit en de straat over.
Voor de mensen die wél (op wat voor manier dan ook) 'avontuurlijk' zijn, is het het allerbelangrijkst, dat hun ervaringen voor henzelf logisch en herkenbaar zijn, en zo min mogelijk stress opleveren. Dan ontstaat er ook geen frustratie, en dan hoef je ook niet iemand te limiteren in zijn gedrag.
NACHTELIJK DWALEN
Zorg voor een goed dag- en nachtritme
Een heel logische oorzaak voor nachtelijk dwalen is een verstoord dag- en nachtritme. Als mensen de hele dag te weinig stimulering krijgen, en in één ruimte in een stoel blijven zitten, is het niet verwonderlijk dat ze vaak overdag zitten te dutten. Als dan bovendien het licht in hun omgeving continu hetzelfde (kunstmatige) niveau heeft, is er voor hen weinig besef van het tijdstip van de dag. Dit leidt tot slapeloosheid en nachtelijke activiteit. Wat wordt versterkt door het lichtniveau, omdat 's nachts het licht op de gang precies zo eruitziet als overdag.
De oplossing hiervoor is: zorgen voor voldoende activiteit overdag. Zorg verder voor een goed lichtniveau gedurende de dag, zodat mensen goed kunnen zien wat ze doen. Maak een duidelijk moment van het sluiten van de gordijnen in de avond, steek sfeerverlichting aan. Zorg 's avonds voor een iets minder fel licht (maar wel voldoende!) en temper het licht met name op de gangen iets, zodat er een verschil is met de dag-situatie.
Voor meer informatie over licht en ritme: lees dit artikel.
ONRUST OP DE GANG
Zorg dat mensen zich thuis voelen
De grootste zorg die uitgesproken wordt naar aanleiding van de Wet Zorg en Dwang is, dat bewoners naar buiten willen en de straat oplopen, of het trappenhuis in, en een ongeluk krijgen. De neiging voor iemand om wég te willen; of naar huis te willen, komt doordat hij het gevoel heeft dat 'het niet klopt' waar hij is. Als iemand met dementie zijn omgeving niet herkent, en er verder ook geen aanknopingspunten zijn die hem het gevoel geven dat hij in een veilige woonomgeving is, kan dat veel stress geven.
Dan is het logisch om een uitweg te willen vinden, om weg te vluchten uit een situatie die lijkt op een gevangenisgang, of een klinische ziekenhuisgang met bedden en enge apparatuur.
Een gang die eruitziet als een woongang, geeft associaties met huiselijkheid, vriendelijkheid, vertrouwdheid. Dat draagt om te beginnen al veel bij aan het welbevinden van een bewoner met dementie, en leidt veel minder snel tot een neiging om weg te willen vluchten.
Positieve in plaats van negatieve prikkels
In aanvulling op het voorgaande voorbeeld is het ook zeer de moeite waard om vanuit hetzelfde principe alle deuren in de gang te bekijken: welke deuren zijn voor bewoners bedoeld, en welke niet?
Deuren worden volgens de Wet Zorg en Dwang niet meer afgesloten met een code, maar je kunt wél onderscheid maken tussen deuren: Een deur naar een opslagruimte of een noodtrappenhuis is voor bewoners niet interessant. Dat geldt wél voor een deur naar een activiteitenruimte.
In de vormgeving en het kleur- en materiaalgebruik van de gangen, kun je daar heel goed onderscheid in maken. Een 'personeels'deur (of technische deur) kun je onopvallender maken door die in dezelfde kleur te schilderen als de wand, en de deurklink niet te veel te laten afsteken. Je kunt zels gebruikmaken van folies in een motief dat doorloopt over de deur, en zo de deur 'camoufleren'.
Hou hierbij wél rekening met het volgende: Gebruik géén afbeeldingen van boekenkasten of grote fotoprints!! Dat levert onduidelijke en alsnog stressvolle situaties op. Het gaat erom, juist een negatieve prikkel te vermijden, en er niet een andere prikkel voor in de plaats te brengen!
Zie dit artikel om meer hierover te lezen.
Wat betreft de keuze voor een folie met motief, adviseren wij om die ook huiselijk en herkenbaar te houden, dus geen schreeuwerige behangmotieven, maar een bescheiden, rustig patroon.
VRIJ BEWEGEN BETEKENT:
Keuzes kunnen maken; prikkels of niet?
Meer bewegingsvrijheid voor bewoners draagt dus bij aan het welbevinden, mits je ervoor zorgt, dat de ruimtes helder en vanzelfsprekend zijn.
Dan gaat bewegen niet meer over 'ergens wég willen', maar juist ergens naartóe willen, en kúnnen. En dat is een groot verschil.
Dan is het vervolgens heel belangrijk om bewoners ook werkelijk een zinnige keuze te bieden: Meerdere ruimtes, met ieder een verschillende sfeer, met onderscheid tussen prikkelrijk en prikkelarm: zo kunnen de bewoners zelf kiezen waar ze op dat moment behoefte aan hebben.
HOOFD-IN/UITGANG
Menselijk contact
Van alle deuren in een verzorgingshuis is de centrale in- en uitgang de meest complexe. Als een bewoner daar de drempel over is, dan heb je geen zicht meer op hem, en dan kan de situatie ingewikkeld worden.
Tegelijkertijd is er rondom de hoofdentree de meeste beweging, en lopen er allerlei mensen in en uit. Dat maakt die plek vaak wat onoverzichtelijk.
Als je ervoor zorgt dat er bij de ontvangstbalie (of -ruimte) medewerkers aanwezig zijn die de bewoners goed kennen, maakt dat de situatie om te beginnen al veel meer ontspannen. En als er bijvoorbeeld een activiteitenplek of -tafel bij de hoofdentree is, kan iemand die op weg is om wat afleiding te zoeken daar gemakkelijk een praatje maken, en ervan afzien om direct de deur uit te lopen.
Even een frisse neus halen is éigenlijk een basisbehoefte die voor niemand zou mogen ontbreken in zijn dagelijks leven. Als een verzorgingshuis een prettige, makkelijk toegankelijke en veilige buitenruimte heeft waar voldoende te beleven valt, dan is het logisch dat mensen daar de voorkeur aan geven, in plaats van de straat bij de hoofdingang. Het is daarom zeker de moeite waard om te kijken of in die mogelijkheid kan worden voorzien; het brengt veel meer op om daar budget aan te besteden, in plaats van het 'beveiligen' van de hoofdentree.
Een tussenoplossing zou ook kunnen zijn om een soort voortuintje te maken voor de hoofdingang; met een zitje vanwaar je mensen kunt groeten, de reuring van de entree kunt beleven, en even een luchtje kunt scheppen. Een prettige en met zorg ingerichte plek zorgt er ook voor dat mensen daar blijven, en geen behoefte hebben om nog verder op avontuur te gaan. Dus niet alleen maar bestrating met afvalbakken en fietsenrekken, maar een (gedeeltelijk) overdekt zitje met een echt tuintje: een verblijfsplek.
EXTRA INFORMATIE
Wij vonden de volgende twee publicaties helder en nuttig:
Factsheet Wet Zorg en Dwang van ActiZ en VGN
Factsheet van ActiZ (organisatie van zorgondernemers) en VGN (Vereniging Gehandicaptenzorg Nederland) met 50 vragen en antwoorden over de Wet Zorg en Dwang. - Meer informatie over de inhoud van de wet en de handelwijze bij de toepassing ervan in de zorg.
https://www.actiz.nl/nieuws/ouderenzorg/2018/02/factsheet-wet-zorg-en-dwang
Ruim 85 alternatieven voor meer vrijheid in de zorg- uitgave van Vilans
Veelomvattende brochure met specifieke praktijksituaties, ingedeeld per thema. Allerlei voorbeelden van vrijheidsbeperking worden besproken, met alternatieven en voor- en nadelen.
https://www.vilans.nl/producten/alternatievenbundel-voor-meer-vrijheid-in-de-zorg