
Het einde van de gang
In bestaande verzorgingshuizen leidt de opzet van het gebouw vaak tot de situatie zoals hieronder afgebeeld: een gang, waar aan het einde niets is waar een bewoner iets aan heeft. Dit kan voor verwarring en zelfs frustratie zorgen. Maar hoe moeten we dan wel om gaan met het einde van zo'n gang?

NEGATIEVE PRIKKEL
Een 'doodlopende' gang, waar aan het einde niets is waar een bewoner iets aan heeft, kan voor verwarring zorgen. Sterker nog: aan het einde van de gang, daar is vaak het (nood)trappenhuis gevestigd, zodat er wél een deur is aan het einde van die gang, maar die is afgesloten.
Dus de gang leidt naar een onduidelijke, donkere plek - daar vind je een deur, die is afgesloten, er is een cijferslot, waar anderen wél de code van hebben, je ziet misschien licht vanuit het trappenhuis, dus je weet dat daarachter iets is waar je heen wilt. Je mag en kan er niet door - dat is stressvol.
FOTOPRINTS
Een benadering waar ontwerpers veel mee werken is het toepassen van grote fotoprints om de deur naar buiten te camoufleren. Het staat ruimtelijk, geeft veel sfeer, en je zou er normaal gesproken een ruimte enorm mee kunnen opwaarderen.
Voor een oudere met dementie is zo’n print vreselijk verwarrend. Je loopt door de gang van je huis, en ineens is er een bos, of de Pier bij Scheveningen? En oké, als je bij het bos bent, dan wil je verder lopen, tussen de bomen. Maar dat kan niet?


FOCUS EN AFLEIDING
Wat logisch is, in de context past, en wél afleiding geeft van de doorgang die er eigenlijk zit, is een huiselijke situatie. Met een mooi schilderij, zodat er een doel is om naartoe te lopen, een rustpunt, en vervolgens een logische en vloeiende beweging als je weer klaar bent op die plek en je omdraait om terug te lopen.
Een focuspunt aan het einde van de gang, met voldoende licht, maar geen plek om eindeloos voor te gaan staan wachten. Een bescheiden maar stimulerende prikkel om een ommetje te lopen.