Wat is vertrouwd, eigen en herkenbaar?
Waar identificeren mensen met dementie zich mee? Wat is voor hen een herkenbare omgeving?
IMPLICIET EN EXPLICIET GEHEUGEN
Het geheugen is te verdelen in een expliciet gedeelte en een impliciet gedeelte. Expliciet geheugen heeft te maken met woordenschat, feiten en herinneringen die overdraagbaar zijn: die je als verhaal aan iemand anders kunt vertellen.
Het impliciete geheugen betreft gewoontes en associaties; dingen die je niet heel makkelijk aan iemand anders kunt overdragen, maar die je je wel eigen hebt gemaakt.
Het impliciete geheugen blijft bij de ontwikkeling van dementie in de hersenen het langst onaangetast. Daar zitten dus de herinneringen die te maken hebben met gevoel, het herkennen van handelingen, sfeer, geur, geluid, etc.
NIET 'KINDS' MAAR ADOLESCENT OF JONG-VOLWASSEN
Het is belangrijk voor mensen met dementie om een woonomgeving te hebben die zo vertrouwd mogelijk is. Dat geeft rust en stimuleert tot activiteit.
Het lastige hierbij is, dat de belevingswereld van ouderen met dementie het meest beïnvloed wordt door een eerdere periode in hun leven. En die komt niet bij iedereen overeen.
Het is een misvatting om te denken dat dementie een oudere 'kinds' maakt. Onderzoek heeft uitgewezen dat de herinneringen die het diepst verankerd liggen in ons geheugen veelal opgedaan zijn in de meest indrukwekkende periode in ons leven, namelijk de jong-volwassenheid. Je eerste vriendje of vriendinnetje, je losmaken van je ouders, je eerste baan, trouwen, een kind krijgen, voor het eerst zelfstandig wonen: in die tijd ervaar je alles om je heen het meest intensief.
De impliciete herinneringen die daarbij horen (zoals sfeer) zijn dus ontstaan in een specifieke tijd, met specifieke gewoontes, mode, kleuren etc.
Voor ouderen die nu (2017) in de leeftijdscategorie 80 tot 95 zitten, betekent dit dat de jaren ’40 en '50 uit de vorige eeuw het meest vertrouwde gevoel oproepen. En over 5 tot 10 jaar is die periode dus weer 10 jaar opgeschoven.
CULTUUR, MODE, SFEER, EEN VERTROUWDE OMGEVING...
Grofweg kun je dus ervan uitgaan dat elementen uit die tijdsperiode voor de meeste ouderen in het verzorgingshuis herkenbare associaties oproepen.
Een keuken met bruin- en oranjetinten, Brabantia-bussen, plavuizen, een afwasborstel van hout, een hanglamp boven de eettafel - dat soort elementen spreken het impliciete geheugen aan, en geven het signaal dat de omgeving vertrouwd is, wat een gevoel van comfort geeft en agitatie vermindert.
Lastiger wordt het, als de bewoners van de afdeling uiteenlopende achtergronden hebben. In sommige huizen bestaat de groep ouderen uit de van oorsprong Nederlandse bewoners uit de wijk; in andere zijn het mensen van over de hele wereld. Voor hen zijn de gemeenschappelijke herinneringen lastiger samen te brengen.
Omdat je nu eenmaal een woonomgeving voor die doelgroep maakt, ervan uitgaande dat je daarin zo veel mogelijk omvattend een thuis maakt voor mensen, waar plekken en functies duidelijk zijn, is het belangrijk om je van tevoren te verdiepen in de samenstelling van de bewonersgroep (en eventuele te verwachten ontwikkelingen daarin in de nabije toekomst). Hierdoor kun je een afgewogen keuze maken voor de inrichting van de afdeling, die zoveel mogelijk aansluit op het scala aan culturele achtergronden, waarin natuurlijk niet alleen verschillen zijn, maar ook veel overeenkomsten.
Lees meer over het ontwerpen voor een multiculturele doelgroep.
ACTIVITEITEN EN IDENTITEIT
De herinneringen die opgeslagen zijn in het impliciete geheugen, hebben niet alleen te maken met het gevoel van thuishoren in een ruimte. Ook handelingen die associaties oproepen met het vroegere beroep of status van de bewoner blijven vaak lang een gevoel van herkenning geven.
Bovendien heeft het uitvoeren van die handelingen (afdrogen, het lezen van een boek (of alleen al vasthouden en bladeren), planten verzorgen, etc.) een belangrijke sociale functie: je kunt ermee laten zien wie je bent (was), je kunt herinneringen over vroeger ophalen en erover vertellen - het geeft je een identiteit.
Zonder dwingend te zijn, kun je in de inrichting van de ruimte er rekening mee houden dat er voor dit soort activiteiten aanleiding is: een bibliotheekje, een lage bar aan de keuken voor bewoners die helpen met voedsel bereiden of afwassen... en over het bijkomende voordeel van bewegen: lees meer in dit artikel.