Ruimtes omvormen
Renovatie van bestaande complexen
Bestaande zorgcomplexen (veelal uit de jaren '70 en '80) hebben meestal dezelfde opzet als normale appartementengebouwen: een centrale kern met lift en trappenhuis, en daarvandaan zich uitstrekkend aan weerszijden de vleugels met de woningen (al dan niet in een haak-vorm). Vanwege de veiligheid hebben verzorgingscomplexen zelden een galerij, en dit betekent dat de woonvleugels bestaan uit een inpandige middengang met de woningentrees aan weerszijden van de gang.
Bij een renovatie dien je met die hoofdstructuur nu eenmaal rekening te houden; daar valt niet echt iets aan de veranderen, ook al valt er veel op aan te merken (zie ook het artikel: einde van de gang) .
Vanwege de beheersbaarheid is een gesloten PG-afdeling meestal op de verdieping gesitueerd, zodat de toegangen beperkt en controleerbaar zijn. Ook dat is een gegeven waar niets aan te veranderen valt.
RUIMTES OMVORMEN
Waar kun je dan nog wél ingrepen doen die de woonkwaliteit verbeteren, die extra stimulans brengen, of die de functionaliteit van de werkomgeving voor het verzorgend personeel vergroten?
- Als de woonunits klein zijn, valt er te denken aan het samenvoegen van woningen, om zo een grotere woning te maken, die meer overeenkomt met de herinnering aan een vorige woning, en dus prettiger en vertrouwder aanvoelt. (zie verder: artikel 'Van kamer naar woning')
- Het is nuttig om te inventariseren wat er beschikbaar is aan gemeenschappelijke ruimte, aan zusterposten of andere administratieve ruimtes voor het personeel, opslagruimtes en dergelijke. En vervolgens op een rijtje te zetten waar op dit moment en in de voorzienbare toekomst behoefte aan zal zijn.
In aanvulling op een nieuwe indeling die, rekening houdend met de hoofd(bouw)structuur van het gebouw, een betere verdeling geeft van het ruimtegebruik, kan men enorme verbeteringen verkrijgen door goed rekening te houden met daglichttoetreding, looplijnen, zichtlijnen en verbeteringen van het kunstlicht.
Veel voorkomende veranderingen in het ruimtegebruik zijn bijvoorbeeld:
- behoefte aan opstelplekken voor rollators en rolstoelen: het gebruik van hulpmiddelen als rollators is enorm toegenomen, en om mensen zelfstandig mobiel te houden is het belangrijk dat er bij diverse zitplekken voldoende ruimte is voor rollators, zonder dat die erg in de weg staan.
- andere organisatie van de werkvloer, waardoor een centrale zusterpost best een andere vorm kan krijgen (bijvoorbeeld een lossere, opener opstelling zonder apart 'kamertje'; met laptops kan er flexibeler gewerkt worden, en een centrale plek die open toegankelijk is bevordert onderling contact. Gewoon gezellig tussen de bewoners wat zitten werken hoeft ook geen probleem te zijn.
- overbodigheid van een aparte rookruimte voor het personeel, mocht die er zijn geweest.
- andere organisatie van maaltijdbereiding: vergt soms een herinrichting van een deel van de afdeling.
- overbodigheid van een gemeenschappelijke badkamer (of snoezelkamer); omdat men tegenwoordig toch liever de bewoners in de eigen badkamer wast.
- nieuwe ontwikkelingen in monitoring en toegangsregeltechniek (druppelsysteem) - zodat het toezicht op andere manieren kan worden geregeld, en bewoners meer zelfstandige bewegingsvrijheid kunnen krijgen.
- behoefte aan een vorm van buitenruimte: is dit mogelijk? (zie: artikel 'Binnen en buiten')
- behoefte aan meerdere kleinere gemeenschappelijke ruimtes om functies en prikkels beter te verdelen (in tegenstelling tot bestaande grotere ruimtes, die niet goed functioneren). (zie artikel 'Maat en schaal')